|
|
|
|
|
MEDITATIE
MEDITATIE
Zingend Geloven
1. Toen er bij ons op Urk voor het eerst uit de 119 gezangen gezongen werd in een gewone kerkdienst, sprong er iemand over een bank en rende de kerk uit. Dat was zijn manier om aan te geven dat er alleen Psalmen gezongen mochten worden in de kerkdienst. Maar hij wist het toch? Was dan boos thuisgebleven! Dezelfde man zong, als de organist na de dienst iets uit Johannes de Heer speelde, uit volle borst zo’n lied mee. Als tienjarige vroeg ik dan naar Psalm 98; daar staat toch ‘Zing voor de Heer een nieuw lied’?
2. Willem Barnard zei dat geloven het beste zingend lukt en ik begrijp dat steeds beter. Al zingend waag ik me aan woorden, beelden en dromen die ik gewoon pratend niet allemaal zo zou aandurven. Gods genade, Jezus’ liefde tot voorbij de dood, onze hoop op een betere wereld, de gemeenschap der heiligen en een eeuwig leven, hoe hoog moet je daarvoor reiken? Wat doen we met zingen meer dan met spreken? Samen zingen verbindt, verenigt, geeft ons gezamenlijke woorden die we individueel niet bereiken.
3. Zingen lukt nog beter als er mooie muzikale begeleiding bij is. Dan gaat het om creativiteit en verbeeldingskracht. Ik moet dan altijd denken aan wat prof. de Rijk schreef: Wetenschap gaat over feitelijkheid, wat te meten en berekenen is, bij religie gaat het om werkzaamheid, een lied of verhaal kan mij zo raken dat ik anders durf te gaan leven. Daarom lezen we de Bijbel ook niet als geschiedenisboek maar als boodschap van heil; ja door mensen bedacht en wij wagen daarachter Gods Geest te benoemen. Hij wil wat met ons.
4. Je ontdekt een keer dat je het beeld van God altijd hebt aangepast aan je eigen behoefte. Durf daar mee te leven en gun dan een ander ook die ruimte. Zing vrolijk het lied mee dat hem aanspreekt. Smaken verschillen? Ja, gelukkig wel. Bachkoralen en Opwekkingsliederen in dezelfde kerkdienst? Ik durf dat wel. Maar blijf jij dan weg? Christenen zijn extra gemotiveerd zich in anderen in te leven; dat kan in spanning staan met profileren, staan voor je eigen overtuigingen. Hoeveel moeite doe je om de ander te verdragen?
5. Eenzelfde spanning is er voor mij: wanneer moet ik je gewoon bedienen omdat je niet meer aankunt of aandurft? En wanneer moet ik je toch proberen op te voeden omdat ik ervan uitga dat je groeien wilt? Ik zoek daarin de balans; op mijn liedkeuze geven jullie makkelijker feedback dan op de preken.
6. Na ons Liedboek van 1973 verscheen in 1981 het eerste bundeltje Zingend Geloven; het laatste (achtste) in 2004 en een jaar later al Tussentijds; die laatste hebben we ruim benut en de meeste daaruit kwamen ook in het Nieuwe Liedboek van 2013. Ik ben door de tijd heen wel selectiever geworden, meer oog voor nieuwe klassiekers en die dan regelmatiger laten zingen. Dus niet te veel nieuwe eenmalig; die stuur ik wel rond in mijn ‘Lied van de Week’.
7. Het is vertrouwen en moeiten op melodie gezet, overgave en verzet en dat naar God toegezongen. Daarin blijken onze kwetsbaarheid en onze verbondenheid. Het lied op andere lippen draagt je door de nacht. Onlangs zei iemand: ‘De engelen in de hemel zingen altijd; dus als wij zingen, vallen we hen bij.’ Die speelse gedachte geef ik graag door. Al zingend werkt het, verbindend, helend en zegenend.
Ds. Cees Romkes
| | terug
|
| |
|
|
|
|